Consument verzaakte onderzoeksplicht

Loep geld rekenmachine via Pixabay

(Kifid-uitspraak GC 2022-1105) De consument stelt dat ze er gerechtvaardigd op heeft mogen vertrouwen dat de overlijdensrisicoverzekering gekoppeld was aan leningdeel I (de spaarrekening hypotheek) van de hypothecaire geldlening bij de bank. Haar verzoek om leningdeel 1 af te lossen met het saldo van de spaarrekening eigen woning en de uitkering uit de overlijdensrisicoverzekering en daarnaast het restant van deze uitkering aan haar uit te keren, had daarom meteen geaccepteerd moeten worden. Nu de bank dit niet heeft gedaan en het vervolgens ook onnodig lang heeft geduurd voordat de bank het verzoek heeft geaccepteerd, heeft de consument onnodig taxatiekosten moeten maken en heeft zij de rente van hypothecaire geldlening niet kunnen wijzigen naar de rente van januari 2022. De Geschillencommissie oordeelt dat de consument er niet gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat de overlijdensrisicoverzekering gekoppeld was aan leningdeel I. Verder oordeelt de commissie dat geen sprake is van een verwijtbare vertraging in de behandeling van het hiervoor genoemde verzoek door de bank. Dit oordeel en de vaststelling dat de consument geen bewijs heeft verstrekt dat het voor de bank eerder dan 19 april 2022 kenbaar was dat zij de hypothecaire geldlening wilde wijzigen naar de rente die in januari 2022 gold, leidt tot de conclusie dat geen toerekenbare tekortkoming van de bank kan worden vastgesteld. De commissie wijst de vordering af.

De commissie stelt voorop dat “de communicatie van de bank aan de consument niet de schoonheidsprijs verdient. Immers, in het adviesrapport staat expliciet dat de overlijdensrisicoverzekering is gekoppeld aan leningdeel 1, terwijl dit niet de werkelijke bedoeling van de bank was. Ter zitting heeft de bank pas verklaard dat dit waarschijnlijk te maken heeft met de gebruikte software, waarbij de verpande overlijdensrisicoverzekering aan een leningdeel gekoppeld moest worden. De bank had de consument hierop eerder kunnen wijzen.

“De commissie hanteert als vaste lijn dat van een consument mag worden verwacht dat hij de aan hem verstrekte documentatie aandachtig doorleest en dat hij daarover zo nodig kritische vragen stelt.1 Als de consument dit had gedaan, had zij kunnen constateren dat de pandakte en hypotheekofferte niet overeenkwamen met het adviesrapport waarin stond dat de verpanding van de overlijdensrisicoverzekering alleen aan leningdeel 1 verpand is. Dit betekent dat de consument op dat moment, behoorde te twijfelen aan de juistheid van het adviesrapport en dat zij hiernaar onderzoek had moeten verrichten. Dat een dergelijk onderzoek is verricht is niet gebleken. De consument heeft enkel gesteld dat zij medio 2021 heeft gebeld met een medewerker van de Nabestaandendesk van de bank die bevestigd zou hebben dat de overlijdensrisicoverzekering verpand was aan leningdeel 1. Deze stelling treft echter geen doel. Naast dat dit pas acht jaar na ondertekening van het adviesrapport, de pandakte en de hypotheekofferte is gedaan, ontbreekt enig bewijs hiervan".

Commissie van Beroep: adviseur had toch partnerverklaring moeten aanraden

Commissie van Beroep: adviseur had toch partnerverklaring moeten aanraden

(Kifid-tussenuitspraak CvB 2023-0012) De adviseur heeft op basis van execution only dienstverlening de overlijdensrisicoverzekering van de inmiddels overleden partner...

Geen punt dat afwijzingsbrief niet helemaal conform eis was

Geen punt dat afwijzingsbrief niet helemaal conform eis was

(Kifid-uitspraak GC 2023-0199) De consumenten houden de adviseur aansprakelijk voor schade die zij hebben geleden als gevolg van het niet tijdig inroepen van een...

Niet gemaakte advieskosten niet fiscaal aftrekbaar

Niet gemaakte advieskosten niet fiscaal aftrekbaar

(Kifid-uitspraak GC 2023-0188) De consument heeft hypotheekadvies ingewonnen bij de adviseur (Advitas). Door een fout van de adviseur is geen hypothecaire geldlening...

Duur verzuim: adviseur meldde te laat dat hij niet kon bemiddelen

Duur verzuim: adviseur meldde te laat dat hij niet kon bemiddelen

(Kifid-uitspraak GC 2023-0162) Het is de adviseur (Advitas) naar het oordeel van de Geschillencommissie aan te rekenen dat hij de consument niet direct of zo spoedig...

Bank mocht vragen om taxatierapport

Bank mocht vragen om taxatierapport

Kifid-uitspraak GC 2023-0145) De consumenten hebben via een onafhankelijk hypotheekadviseur voor de aankoop van een nieuw te bouwen recreatiewoning een hypothecaire...

Verkeerde eerste begunstigde kost adviseur 90 mille

Verkeerde eerste begunstigde kost adviseur 90 mille

(Kifid-uitspraak GC 2023-0153) Na het overlijden van de partner van de consument zijn zijn kinderen als eerste begunstigde van zijn lijfrenteverzekering aangemerkt....

Consument moet toezegging adviseur kunnen bewijzen

Consument moet toezegging adviseur kunnen bewijzen

(Kifid-uitspraak GC 2023-0141) Volgens de consumenten heeft de adviseur toegezegd dat bijkomende kosten voor hun verbouwing uit het bouwdepot betaald kunnen worden....

Adviseur mag niet meer rekenen dan execution only tarief

Adviseur mag niet meer rekenen dan execution only tarief

(Kifid-uitspraak GC 2023-0109) De adviseur heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij (tijdig) het adviesrapport heeft opgesteld en dat (vooraf) met de consument heeft...

Adviseur legt onvoldoende verantwoording af

Adviseur legt onvoldoende verantwoording af

(Kifid-uitspraak GC 2023-0113) De hypotheekadviseur heeft de op hem rustende zorgplicht geschonden, waardoor de consumenten de bestaande rente voor het spaardeel...

Adviseur berekende boeterente te laag

Adviseur berekende boeterente te laag

(Kifid-uitspraak GC 2023-0048) De adviseur is bij zijn advies uitgegaan van een te lage boeterente voor het aflossen van hun (oude) hypothecaire geldlening van de...

Meer over