Consument verzaakte onderzoeksplicht
(Kifid-uitspraak GC 2022-1105) De consument stelt dat ze er gerechtvaardigd op heeft mogen vertrouwen dat de overlijdensrisicoverzekering gekoppeld was aan leningdeel I (de spaarrekening hypotheek) van de hypothecaire geldlening bij de bank. Haar verzoek om leningdeel 1 af te lossen met het saldo van de spaarrekening eigen woning en de uitkering uit de overlijdensrisicoverzekering en daarnaast het restant van deze uitkering aan haar uit te keren, had daarom meteen geaccepteerd moeten worden. Nu de bank dit niet heeft gedaan en het vervolgens ook onnodig lang heeft geduurd voordat de bank het verzoek heeft geaccepteerd, heeft de consument onnodig taxatiekosten moeten maken en heeft zij de rente van hypothecaire geldlening niet kunnen wijzigen naar de rente van januari 2022. De Geschillencommissie oordeelt dat de consument er niet gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat de overlijdensrisicoverzekering gekoppeld was aan leningdeel I. Verder oordeelt de commissie dat geen sprake is van een verwijtbare vertraging in de behandeling van het hiervoor genoemde verzoek door de bank. Dit oordeel en de vaststelling dat de consument geen bewijs heeft verstrekt dat het voor de bank eerder dan 19 april 2022 kenbaar was dat zij de hypothecaire geldlening wilde wijzigen naar de rente die in januari 2022 gold, leidt tot de conclusie dat geen toerekenbare tekortkoming van de bank kan worden vastgesteld. De commissie wijst de vordering af.
De commissie stelt voorop dat “de communicatie van de bank aan de consument niet de schoonheidsprijs verdient. Immers, in het adviesrapport staat expliciet dat de overlijdensrisicoverzekering is gekoppeld aan leningdeel 1, terwijl dit niet de werkelijke bedoeling van de bank was. Ter zitting heeft de bank pas verklaard dat dit waarschijnlijk te maken heeft met de gebruikte software, waarbij de verpande overlijdensrisicoverzekering aan een leningdeel gekoppeld moest worden. De bank had de consument hierop eerder kunnen wijzen.
“De commissie hanteert als vaste lijn dat van een consument mag worden verwacht dat hij de aan hem verstrekte documentatie aandachtig doorleest en dat hij daarover zo nodig kritische vragen stelt.1 Als de consument dit had gedaan, had zij kunnen constateren dat de pandakte en hypotheekofferte niet overeenkwamen met het adviesrapport waarin stond dat de verpanding van de overlijdensrisicoverzekering alleen aan leningdeel 1 verpand is. Dit betekent dat de consument op dat moment, behoorde te twijfelen aan de juistheid van het adviesrapport en dat zij hiernaar onderzoek had moeten verrichten. Dat een dergelijk onderzoek is verricht is niet gebleken. De consument heeft enkel gesteld dat zij medio 2021 heeft gebeld met een medewerker van de Nabestaandendesk van de bank die bevestigd zou hebben dat de overlijdensrisicoverzekering verpand was aan leningdeel 1. Deze stelling treft echter geen doel. Naast dat dit pas acht jaar na ondertekening van het adviesrapport, de pandakte en de hypotheekofferte is gedaan, ontbreekt enig bewijs hiervan".
Consumenten eisen vergeefs 168 mille van onzorgvuldige hypotheekadviseur
(Kifid-uitspraak GC 2023-0716) De adviseur heeft een financieringsopzet aan de consumenten voorgehouden gebaseerd op rentepercentages welke waren genoemd in een...
Niet aan kredietverstrekker om fouten begaan door adviseur te herstellen
(Kifid-uitspraak GC 2023-0702) De kredietverstrekker heeft de aanvaarding van het renteaanbod niet tijdig ontvangen, zodat geen overeenkomst tot stand is gekomen....
Hypotheekadviseur schetste te rooskleurig beeld
(Kifid-uitspraak GC 2023-0671) Gelet op de vele fouten die de adviseur heeft gemaakt, dienthij de advies- en bemiddelingskosten ad 1.894 euro volledig aan de consumenten...
Adviseur stuurde getekend renteaanbod niet tijdig door
(Kifid-uitspraak GC 2023-0663) De adviseur heeft nagelaten het ondertekende renteaanbod (tijdig) naar de bank te sturen, waardoor dit renteaanbod is komen te vervallen....
Adviseur was te optimistisch over maximale financiering
(Kifid-uitspraak GC 2023-0659) De adviseur heeft de consumenten in het vooruitzicht gesteld dat zij een hypothecaire geldlening konden verkrijgen van 300.000 euro....
(Kifid-uitspraak GC 2023-0640) De adviseur heeft de consumenten in zijn definitieve standpunt van 1 februari 2022 niet gewezen op de mogelijkheid een procedure te...
Kifid: klagen alleen mogelijk als werkelijk financiële dienst is afgenomen
(Kifid-uitspraak GC 2023-0621) De consumenten klagen over het aanvraagproces voor een hypothecaire geldlening. Deze aanvraag is uiteindelijk afgewezen, waardoor...
Adviseur kan niet aantonen dat klant voor Inkomensverklaring zou zorgen
(Kifid-uitspraak GC 2023-0595) De Geschillencommissie beslist dat de hypotheekadviseur een bedrag van 1.797,50 euro aan de consument vergoedt. De consument heeft...
Obvion moet alsnog meeneemregeling toepassen
(Kifid-uitspraak GC 2023-0596) In 2022 hebben de consumenten Obvion gevraagd om de meeneem-regeling toe te passen. Obvion heeft dit verzoek afgewezen. De Geschillencommissie...
Hypotheekadviseur vroeg niet door naar woning in Spanje
(Kifid-uitspraak GC 2023-0567) Een hypotheekadviseur verzuimde door te vragen toen klanten uit zichzelf vertelden dat zij een woning in Spanje hebben. De Geschillencommissie:...