Adviseur legt onvoldoende verantwoording af

1. 20 februari 2023
2. 0 reacties

(Kifid-uitspraak GC 2023-0113) De hypotheekadviseur heeft de op hem rustende zorgplicht geschonden, waardoor de consumenten de bestaande rente voor het spaardeel van de lening niet hebben meegenomen bij het afsluiten van de nieuwe hypothecaire geldlening. Het is niet komen vast te staan dat de consumenten daardoor schade hebben geleden.

De Geschillencommissie: “Ter zitting heeft de adviseur over het adviestraject verklaard dat hem bijstaat dat hij met de verzekeraar had besproken dat de rente niet kon worden meegenomen en dat hij daarna de berekening had gemaakt. De adviseur kon echter niet meer met zekerheid zeggen of tegen hem gezegd is dat de rente niet meegenomen kon worden of dat dit niet verstandig was. Hierdoor heeft de adviseur en daarmee de tussenpersoon, gelet op de uitdrukkelijke wens van de consumenten en de meeneemregeling die is opgenomen in artikel 34 van de toepasselijke voorwaarden, onvoldoende verantwoording aan de consumenten afgelegd van de wijze waarop hij zich van de opdracht heeft gekweten en in onvoldoende mate voldaan aan zijn plicht zich ervan te verzekeren dat de door hem verstrekte adviezen aansluiten bij de wensen van de consument. Dit betekent dat de adviseur zijn zorgplicht tegenover de consumenten
heeft geschonden. Niet gesteld of gebleken is dat deze tekortkoming niet aan de
adviseur kan worden toegerekend. De adviseur is dan ook toerekenbaar tekortgeschoten in zijn verplichtingen voortvloeiend uit de overeenkomst van opdracht en is aansprakelijk voor de daardoor ontstane schade. Dit klachtonderdeel is dan ook gegrond.

“De consumenten hebben een berekening overgelegd aan de hand waarvan zij betogen
dat zij per maand netto vijftien euro meer moeten betalen nu zij de oude rente van 4,5 procent niet hebben kunnen behouden. De commissie constateert echter dat de consumenten voor de berekening niet de belastingaftrek hebben gehanteerd die alleen betrekking heeft op het spaardeel, maar dat zij de aftrek die geldt voor de gehele hypothecaire geldlening - het spaardeel, het annuïtaire deel en het aflossingsvrije deel – hebben gebruikt. Dit is een hoger bedrag dan de aftrek die voor alleen het spaardeel zou gelden. In reactie op de berekening van de consumenten heeft ook de tussenpersoon een berekening overgelegd, waaruit blijkt dat de consumenten als gevolg van de renteverlaging op het spaardeel jaarlijks enkele euro’s voordeel behalen. De consumenten zijn er naar het oordeel van de commissie dan ook niet in geslaagd aan te tonen dat zij schade hebben geleden. De commissie zal deze vordering van de consumenten dan ook afwijzen.”

De consumenten vorderden vergoeding van de advieskosten van 1.495 euro, een schadevergoeding van 3.000 euro gebaseerd op het vermeende maandelijks tekort van 25 euro over een periode van tien jaar en vergoeding van de advieskosten van 100 euro voor het fiscaal advies dat zij elders hebben ingewonnen.