Adviseur berekende boeterente te laag
(Kifid-uitspraak GC 2023-0048) De adviseur is bij zijn advies uitgegaan van een te lage boeterente voor het aflossen van hun (oude) hypothecaire geldlening van de consumenten. Het ging om een substantiële afwijking en de Geschillencommissie is van oordeel dat de adviseur daarmee toerekenbaar is tekortgeschoten in zijn verplichting tegenover de consumenten om zorgvuldig en in hun belang te handelen. De consumenten hadden mogelijk andere keuzes gemaakt maar hun schade kan niet exact (objectief) worden vastgesteld, omdat het afhankelijk is van meerdere mogelijke keuzes waarvan achteraf niet gesteld kan worden of die op het concrete moment ook daadwerkelijk door de consumenten zouden zijn gemaakt. Ter beëindiging van het geschil tussen de adviseur en de consumenten, acht de commissie het in dit geval redelijk en billijk om de schade te schatten gebaseerd op een afweging van alle mogelijke goede en kwade kansen. Vordering gedeeltelijk toegewezen.
Hoewel de commissie het aannemelijk acht dat “de adviseur het niet opzettelijk heeft
gedaan, mocht van hem worden verwacht dat hij bij de advisering van de consumenten een juiste indicatie zou geven van de mogelijk te verwachten boeterente voor de door hen af te lossen hypothecaire geldlening. De commissie begrijpt uit de stellingen van de consumenten dat de te betalen boeterente een relevante factor was bij hun besluit om de (oude) geldlening wel of niet over te sluiten. De adviseur is (per abuis) uitgegaan van 26.860 euro terwijl dat ruim twee keer zo veel, te weten circa 63.000 euro, had moeten zijn. Het ging om een substantiële afwijking van afgerond 36.000 euro, terwijl voor de consumenten van belang was dat zij, na het oversluiten, ongeveer 40.000 euro beschikbaar zouden krijgen zoals was besproken met de adviseur. De commissie is van oordeel dat de adviseur daarmee toerekenbaar is tekortgeschoten in zijn verplichting tegenover de consumenten om zorgvuldig en in hun belang te handelen.
“Hoewel zij van de adviseur mochten verwachten dat hij een juiste indicatie/berekening van de boeterente zou geven, hadden de consumenten ook een eigen verantwoordelijkheid om daarop toe te zien en de gegevens te controleren. Als de consumenten dat zouden hebben gedaan hadden zij het verschil ook zelf bij de concept nota van afrekening kunnen ontdekken, maar zij hebben daarover (vooraf) geen vragen gesteld aan de adviseur. De commissie leidt daaruit af dat de consumenten die nota kennelijk niet met de nodige zorgvuldigheid hebben bekeken. De zogeheten boeterente betreft tot slot kosten die aftrekbaar zijn van de inkomstenbelasting in het jaar van betaling waardoor een deel van het vermogensnadeel wordt opgeheven.
“In het licht van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de reeds eerder door de adviseur voorgestelde vergoeding van 4.000 euro in dit geval een redelijk en billijk bedrag is. De commissie zal de adviseur daarom opdragen om 4.000 euro aan de consumenten te vergoeden, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het moment dat de consumenten de adviseur voor het eerst aansprakelijk hebben gesteld.”
Commissie van Beroep: adviseur had toch partnerverklaring moeten aanraden
(Kifid-tussenuitspraak CvB 2023-0012) De adviseur heeft op basis van execution only dienstverlening de overlijdensrisicoverzekering van de inmiddels overleden partner...
Geen punt dat afwijzingsbrief niet helemaal conform eis was
(Kifid-uitspraak GC 2023-0199) De consumenten houden de adviseur aansprakelijk voor schade die zij hebben geleden als gevolg van het niet tijdig inroepen van een...
Niet gemaakte advieskosten niet fiscaal aftrekbaar
(Kifid-uitspraak GC 2023-0188) De consument heeft hypotheekadvies ingewonnen bij de adviseur (Advitas). Door een fout van de adviseur is geen hypothecaire geldlening...
Duur verzuim: adviseur meldde te laat dat hij niet kon bemiddelen
(Kifid-uitspraak GC 2023-0162) Het is de adviseur (Advitas) naar het oordeel van de Geschillencommissie aan te rekenen dat hij de consument niet direct of zo spoedig...
Bank mocht vragen om taxatierapport
Kifid-uitspraak GC 2023-0145) De consumenten hebben via een onafhankelijk hypotheekadviseur voor de aankoop van een nieuw te bouwen recreatiewoning een hypothecaire...
Verkeerde eerste begunstigde kost adviseur 90 mille
(Kifid-uitspraak GC 2023-0153) Na het overlijden van de partner van de consument zijn zijn kinderen als eerste begunstigde van zijn lijfrenteverzekering aangemerkt....
Consument moet toezegging adviseur kunnen bewijzen
(Kifid-uitspraak GC 2023-0141) Volgens de consumenten heeft de adviseur toegezegd dat bijkomende kosten voor hun verbouwing uit het bouwdepot betaald kunnen worden....
Adviseur mag niet meer rekenen dan execution only tarief
(Kifid-uitspraak GC 2023-0109) De adviseur heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij (tijdig) het adviesrapport heeft opgesteld en dat (vooraf) met de consument heeft...
Adviseur legt onvoldoende verantwoording af
(Kifid-uitspraak GC 2023-0113) De hypotheekadviseur heeft de op hem rustende zorgplicht geschonden, waardoor de consumenten de bestaande rente voor het spaardeel...
Adviseur moet op hoogte zijn van acceptatiebeleid geldverstrekkers
(Kifid-uitspraak GC 2023-0036) De consument heeft zich tot de adviseur (Intersant) gewend voor advies en bemiddeling voor de financiering van een hypothecaire geldlening....